Garry Winogrand
In 1981 kreeg ik voor het eerst een boek met foto's van Garry Winogrand in handen, 'Public Relations' heette het.
Foto's van evenementen waarvoor de pers doorgaans uitgenodigd wordt: officiële ontvangsten, demonstraties, openingen, persconferenties. Rommelige persfoto’s. Geflitst, uitgebeten voorgronden, dichtgelopen achtergronden.
Ik bladerde het boek door, haalde mijn schouders op en gaf het terug. Ik fotografeerde in die tijd voor bladen met een linkse signatuur. Ik dacht -en ik was niet de enige- dat foto's de wereld konden verbeteren. Het goede zouden ze in een helder daglicht stellen en het kwaad zouden ze ontmaskeren. Geflitst werd er niet, flitslicht was rechts, commercieel, respectloos. Het aangetroffene was heilig. Manipulatie was verboden. Een bril, die alles wat de wereld te bieden had, omzette in goed of kwaad.
Er moet een moment zijn geweest waarop de rechtlijnigheid van die indeling me begonnen te benauwen. Sprak het bestaan niet in alle toonaarden tegelijk? Wat gebeurde als de onderdrukkers eenmaal verdreven waren? Dan werden de onderdrukten zelf onderdrukker, alle goede bedoelingen ten spijt. Dus zo rechtlijnig, zo eenduidig, zat de wereld niet in elkaar. Ik zocht naar een fotografische aanpak waarin die ongrijpbaarheid tot uitdrukking kwam. Toen kreeg ik 'Public Relations' weer eens in handen. De schellen vielen van mijn ogen. Winogrand maakte van de actualiteit een chaotisch theater, hij relativeerde wat ik gewend was dodelijk serieus te nemen. Vanaf 1982 probeerde ik net zo naar de wereld te kijken als Garry Winogrand. Ik had mijn thuishaven gevonden, ik fotografeerde als in een roes. Tot 1986, het jaar dat de chaotisch-theatrale stijl me begon tegen te staan. Ik probeerde ermee stoppen maar het lukte niet, het was net of mijn kleinbeeldcamera een eigen leven was gaan leiden.
Pas toen ik een camera kocht die zo groot was dat hij op een statief moest, kwam ik in ander vaarwater. En toch zit ik ook in die foto's, de landschapsfoto's, de invloed van Garry Winogrand. In 1999 vroeg Peter van Kraaij mij een monoloog over Winogrand te schrijven. Ik zei ja.
Het stuk heet RUIS. Zoals Josse De Pauw het speelt, is het net of ik Winogrand hoor praten.
Hieronder kun je het stuk dowloaden als pdf, zowel in het Nederlands als in het Engels.